Het vierjarige onderwijsprogramma Bachelor of Cabaret is verdeeld in zestien onderwijsperiodes (OP1 t/m OP16). Het programma is vormgegeven met behulp van vier leerlijnen.
In de studiehandleiding vind je meer specifieke informatie over o.a. de studieopbouw. Klik hier om de studiehandleiding te downloaden.
Naast de Bachelor of Cabaret zijn er ook verschillende deeltijd-varianten voor studenten ‘van 15 tot 50 jaar oud’. Kijk daarvoor onder het kopje opleidingsvarianten!
Didactisch concept van het onderwijsprogramma
De vierjarige opleiding Bachelor of Cabaret heeft als doel om toe te werken naar de werkvorm(en) die de (startbekwame) cabaretier in zijn carrière nodig heeft:
Om deze doelen te bereiken hanteert de opleiding een mix van didactische werkvormen:
Theateratelier
Het vak Theateratelier vormt de spil van de opleiding. In deze cabaretwerkplaats voor autonoom theaterwerk wordt vraaggericht onderwijs aangeboden. Studenten worden ondersteund in hun onderzoek, kritisch bevraagd over hun keuzes en geïnspireerd door ervaren regisseurs en theatermakers.
In de beginfase worden studenten begeleid door twee vaste regisseurs die vakmatig de basis leggen qua conceptueel denken en het bijbrengen van de technische vaardigheden om persoonlijk en maatschappelijk engagement om te zetten in cabaretmateriaal. Voor de derdejaarsstudenten worden regisseurs gezocht die actief theater maken over onderwerpen die aansluiten bij de fascinaties van de studenten. In het vierdejaar kiest de student (of het duo, trio of ensemble) zelf zijn eigen artistieke team van vormgever, tekstschrijver, regisseur etc.
Kernvakken: acteurstraining, schrijftraining en zangtraining
De drie kernvakken zijn technische vakken waarin het kennisfundament gelegd wordt voor de toepasbaarheid ervan in het artistieke product. In de schrijftraining worden theoretische lessen afgewisseld met het bekijken en analyseren van bestaand (lied)tekstmateriaal alvorens de studenten zelf deze techniek gaan toepassen in schrijfopdrachten.
In de acteurstraining worden de fundamenten van acteren gelegd in de Meisneracteurstraining: een acteurstraining die gebaseerd is op de principes van Stanislavsky. De fundamenten van reageren in het hier en nu, de verbeelde omstandigheden en de psycho-fysieke actie worden klassikaal en in huiswerkopdrachten stapsgewijs geoefend. In het tweede jaar worden de technische vaardigheden toegepast op een monoloog of dialoog.
De zangtraining is een consciëntieus inoefenen van zangtechnische kwaliteiten als ademsteun, belt-techniek en verankering van de stem in het lichaam. Inoefenen gebeurt zowel klassikaal als in huiswerkopdrachten. Door veel te herhalen stijgt de toepasbaarheid in liedtekstinterpretatie.
Kennisvakken
Gedurende de eerste twee leerjaren wordt kennis aangeboden in diverse ongedifferentieerde vakken. De achterliggende gedachten van kennisvakken zijn:
De werkvormen die in de kennisvakken gehanteerd worden variëren van hoorcolleges, thematische klassikale discussies, opdrachten van het schrijven van essays, conferences en columns tot het analyseren van bestaande voorstellingen, het schrijven van recensies op basis van dramaturgische uitgangspunten en het vormgeven van dramaturgische concepten in theatertrailers. In deze kennisvakken hebben de studenten de mogelijkheid om onderzoeksvaardigheden te oefenen en zelfreflectie toe te passen.
Ondersteunende praktijkvakken: mime, bewegingstheater, logopedie, scene studie en improvisatietechniek
De ondersteunende praktijkvakken zijn ook gebaseerd op het idee dat elke techniek eerst moet worden geoefend. In klassikale of individuele lessen worden binnen strikte technische kaders van o.a. vormgeving van het lichaam in de ruimte, gebruik van herhaling, statusoefeningen, analyse van vorm naar beweging etc. de leerlingen gestimuleerd om binnen de kaders de techniek eigen te maken. In compositieopdrachten en scene-opbouwoefeningen komen aangeleerde technieken samen. De techniek is de basis voor het reproducerend vermogen van de student.
Projecten
De projecten nemen binnen het curriculum van de bacheloropleiding Cabaret een bijzondere plaats in. Samen met de beroepspraktijk van het maken en spelen van voorstellingen vormen zij de spil van het professionele bestaan. Speciaal hiervoor heeft de KTA een impresariaat ingericht waar per jaar ongeveer honderd voorstellingen worden verkocht. Afhankelijk van hun expertise en het niveau daarvan worden studenten, soms al vanaf hun eerste jaar, ingezet om te participeren in projecten voor theaters, congressen, symposia, festivals etc.
Voor elke opdracht die bij het impresariaat binnenkomt, wordt een divers team van schrijvers, componisten, zangers en spelers vanuit verschillende opleidingsjaren of alumni bij elkaar gezocht. Met de opdrachtgever(s), de opleidingsdirecteur en het artistieke team van studenten wordt de opdracht en de verwachtingen besproken. Daarna wordt er een brainstormsessie gehouden met het artistieke team en de opleidingsdirecteur om de mogelijkheden te onderzoeken en de taken te verdelen. Vervolgens wordt een eerste opzet voorgelegd aan de opdrachtgever en bij goedkeuring wordt deze verder uitgewerkt met een focus op vorm, inhoud, tijdsplanning en technische gegevens.
Het impresariaat werkt ook daadwerkelijk als impresariaat in de Lammerentoer; een tour langs de kleine theaters van Nederland voor de derde- en vierdejaarsstudenten waarin zij hun materiaal en theatrale communicatie kunnen uitproberen, oefenen en aanscherpen.
Bovendien kunnen studenten al vanaf hun eerste studiejaar betaald aan de slag voor het Impresariaat. De vorm waarin zij zijn georganiseerd is afhankelijk per student maar is altijd fiscaal correct. De zakelijke training die zij gedurende de vier leerjaren krijgen, waarbij zij in het vierde jaar hun ondernemingsplan uitproberen, is daarbij onontbeerlijk. In het vierde jaar zijn het vak theateratelier, de projecten en het ondernemingsplan uitgegroeid tot een (onderwijs)situatie die de beroepspraktijk dicht nadert.
In de studiehandleiding vind je meer specifieke informatie over de verschillende vakken. Klik hier om de studiehandleiding te downloaden. Tijdens de meeloopdag kun je zien hoe de vakken worden aangeboden in de opleiding.